Gedicht van de week

Landgoed Sandwijck

Straalt de zon heller
regent het meer dan overal?
Glimlachte God toen alles hier ontstond?
 
Een minivlek op wereldschaal. Een universum.
Wie kijkt, bepaalt.
Hier wordt gepaard, gemoord. Gegeten en verteerd,
geboren worden blijft een hachelijke zaak.
Een buizerd bouwt haar horst, een slang legt eieren,
er valt iets te verslinden. Er is plek.
 
Aarde, eeuwenlang al in beweging. Moerasbos drooggelegd
door monniken met eerlijk zweet en onloochenbaar gebed.
Velden getemd tot park voor adellijke wandelingen,
jachtpartijen, naargelang seizoen en sekse.
Baronnessen en prinsessen, koningen en krakers
kwamen en vertrokken weer. Postduiven snelden
naar Soestdijk, Lucie werd begraven onder rododendrons.
 
Ook vingerhoedjes zagen hier het licht en Rietveldstoelen.
Nee, die oudroze serre is geen gay protest,
oorspronkelijk detail. Net als de kale diensttrap.
 
Het moet gezegd. Een wonder dat het nog bestaat. 
Niet zelden grof belaagd door apparatsjiks met papieren ogen,
droge hersens, handen zonder huid, voor wie grond
gelijk is aan verdienen. Dank minister-president.
 
Gevaar dreigt. Altijd. Woonwijk, honden. Duurzaamheid,
ecologisch leven, toverwoorden van de tijd.
Daarna? Wolven, pretpark, opvanghuis voor Marsterugkeerders?
 
Het land buigt, schikt zich, wacht op wat er wordt bedacht. 
Kom hier maar heen, laat je dragen zonder praten, luister,
fluister. Bouw een nest onder de grote rode beuk, wieg jezelf.
Land leeft langer dan wij mensen.
 
Diet Groothuis

Groothuis, Diet